Mele voelt zich op dat moment hopeloos. Ze vertelt: “Er waren dagen dat we wakker werden zonder eten in huis. Vaak vielen we in slaap met een lege maag. Als we één maaltijd per dag kregen, hadden we geluk.” De zus van Mele zorgde af en toe voor eten. Maar toch bleef één vraag continu opkomen: Hoe lang kunnen we nog overleven?
Noe was nog maar 9 maanden en het gebrek aan voedzaam eten beïnvloedde zijn groei. Hij was ondervoed en het was erg lastig om op een gezond gewicht te komen.
Maar de situatie had niet alleen effect op zijn fysieke groei. Het ontbreken van een vaderfiguur maakte hem door de jaren heen steeds angstiger. Op vijfjarige leeftijd was Noe wantrouwend en klampte zich vast aan zijn moeder; spelen met andere kinderen lukte hem niet.
Onverwachte liefde en steun
Toch kwam er intussen wel een sprankje hoop in het leven van Noe en Mele. Als Noe 9 maanden oud is en Mele haar baan verliest, vertelt een kerklid dat ze steun kan krijgen: de lokale kerk is bezig een ontwikkelingscentrum voor kinderen uit de buurt te openen.
Zodra Noe is ingeschreven ontvangen ze voedsel, hygiënekits en babyvoeding voor Noe. Een enorme last valt van Mele’s schouders: “Ik had eten om weer te leven en zeep om schoon te worden.”
Drie maanden later wordt Mele ernstig ziek. De directeur van het Compassion-project merkt het op en stuurt haar naar het ziekenhuis. Mele verzet zich; ze weet dat ze geen geld heeft om de ziekenhuisrekening te betalen. Maar de projectmedewerkers stellen haar gerust en geven haar de financiële ondersteuning die nodig is om behandeld te kunnen worden.
Mele, moeder van de negenjarige Noe, Togo“Als mijn kind niet was ingeschreven bij het Compassion-project, zou ik nu niet meer leven. Ik had zelf niet de middelen om weer beter te worden.”
Mele wordt beter en besluit vanaf dat moment alles uit haar leven te halen wat er in zit. Ze leert stof weven en maakt het haar tweede bron van inkomsten. De meeste dagen maakt ze snoep van kokosmelk en suiker om op de markt te verkopen. Het is een klein bedrijfje met een beperkt inkomen, maar ze nu is er trots op dat ze nu op twee manieren geld verdient voor haar gezin.
Mele: “De projectmedewerkers staan bekend als mensen die helpen. Maar de steun en liefde die ik kreeg, was nog zoveel meer dan ik me voor kon stellen. Het overtrof mijn verwachtingen!”
Compleet veranderd
Vanaf zijn vierde gaat Noe het programma op het Compassion-project volgen en verandert zijn karakter. Van een verlegen, angstige, wantrouwende jongen, wordt hij een sociaal en zelfverzekerd kind dat graag met anderen speelt. En dat komt ook omdat er vanaf dat moment een sponsor voor hem is.
Het is voor Noe haast niet te begrijpen dat iemand die zo ver weg woont, aan hem denkt. Brieven, cadeautjes, bemoedigende woorden en foto’s; het vertegenwoordigt de liefde van zijn vader waar hij lang naar heeft verlangd. Noe: “Ik vroeg aan mijn moeder: waarom wil iemand mijn sponsor zijn? En ze antwoorde: ‘Omdat je belangrijk bent’. Het is bijzonder dat ik ook een beetje bij hun leven hoor. Ze schrijven me best vaak en dan kan ik ook weer terugschrijven. Zo leren we elkaar een beetje kennen.”
Mele is ontzettend blij en trots op de ontwikkeling van haar zoon. “Zonder vader was het moeilijk, maar hij heeft ontdekt dat er meer mensen zijn die van hem houden. Dat ik niet de enige ben.”