“Toen ik hoorde dat het er twee waren, was ik nogal overweldigd,” vertelt Jeanette. “Ik maakte me van te voren zorgen over hoe ik voor twee baby’s tegelijk zou kunnen zorgen. Hoe kon ik hen allebei borstvoeding geven? Wat zou ik doen als ze tegelijkertijd zouden gaan huilen? Tijdens de lessen die we op het project kregen ter voorbereiding op het ouderschap, kregen we advies en konden we al onze vragen stellen. Medewerkers lieten ons zien hoe we onze kinderen zouden kunnen geven wat ze nodig hebben.”
In het Moeder- en babyprogramma krijgen (aanstaande) ouders les over hoe ze het beste voor hun kinderen kunnen zorgen. Ze horen over het belang van gezonde voeding en het effect daarvan op de ontwikkeling van hun kind. Als het kind eenmaal is geboren, krijgen ze hulp en ondersteuning bij de opvoeding waar nodig.
Met spoed naar het ziekenhuis
Na 34 weken zwangerschap kreeg Jeanette complicaties. Ze verloor veel bloed en moest met spoed naar het ziekenhuis. “Het was mijn eerste zwangerschap, ik wist niet wat er gebeurde,” vertelt Jeanette. “Nog diezelfde dag kwamen Juliette en Julius ter wereld door middel van een keizersnede.” Of zij en hun moeder het hadden overleefd zonder deze zorg, is maar zeer de vraag. Jeanette: “Ik dank God dat Hij mij die dag een tweede kans gaf in het leven.”
Elke dag sterven er 17.000 kinderen onder de 5 jaar. Onder andere door complicaties tijdens de bevalling of aan ziektes die eenvoudig te voorkomen waren door goede zorg, de juiste vaccinaties en schoon en veilig drinkwater. De eerste jaren van een kind zijn cruciaal voor zijn of haar ontwikkeling. Via het Moeder- en babyprogramma krijgen moeders en kinderen de medische zorg die ze nodig hebben.
Hulp vanuit het project
De tweeling moest de eerste weken in het ziekenhuis blijven om aan te sterken. Ondertussen brachten medewerkers van het project het gezin eten en drinken en spullen voor de baby’s zoals luiers, kleertjes en andere benodigdheden. “Ik ben zo blij dat we onderdeel uitmaken van het project! Mijn man en ik zijn erg arm en hadden de ziekenhuisopname en alle spullen voor de twee baby’s nooit kunnen betalen.”
Naast de medische zorg, krijgen moeders en baby’s ook praktische ondersteuning. Vrouwen kunnen lessen volgen in verschillende vaardigheden zoals bakken en naaien. Op deze manier worden ze geholpen zelf een inkomen te verdienen.
Eigen inkomen
Toen de tweeling vier maanden oud was, volgende Jeanette een van de trainingen die aangeboden werden op het project. “Ik leerde tassen en sieraden maken. Dit is werk wat ik thuis kan doen terwijl ik voor de tweeling zorg. Mijn man neemt de tassen die ik heb gemaakt mee naar de stad om te verkopen. Tijdens de coronapandemie was de verkoop een stuk minder. Waar we normaal gesproken meer dan tien tassen per maand verkochten, ware het er nu hooguit twee. Ik ben heel dankbaar dat we in die periode extra voedselpakketten kregen via het project.”
Het Moeder- en babyprogramma wordt altijd uitgevoerd door een kerk die al samenwerkt met Compassion. Baby’s stromen door naar het Compassion-project als ze 1 jaar worden. Er wordt dan een sponsor voor ze gezocht. Op het project blijven kinderen de zorg krijgen die ze nodig hebben, krijgen ze gezonde maaltijden, horen ze verhalen uit de Bijbel en wanneer ze oud genoeg zijn gaan ze naar school.
Het Moeder- en babyprogramma
Het Moeder- en babyprogramma bestaat uit:
- Medische zorg moeder (zwangerschap en bevalling)
- Medische zorg baby/kind (inentingen, controles)
- Gezonde voeding moeder/kind
- Babyuitzet
- Training opvoeding*
- Training inkomen genereren*
- Training alfabetisering*
- Eén op één coaching (zwangerschap en opvoeding)
- Psycho-sociale counseling
- Discipelschapstraining*
- Supportgroep moeders
*Inclusief vaders
Bron: fotojournalist Doreen Umutesi uit Rwanda