“Als we op zondag naar de kerk gingen, keek ik vol bewondering naar kinderen die mooi aangekleed waren en schoenen droegen. Wij hadden niets,” herinnert Lillian zich uit haar kindertijd. Inmiddels is onderwijs in Uganda gratis, maar dat is als zij jong is nog niet zo. Er is vaak te weinig geld om haar en haar broertjes en zusjes naar school te laten gaan. “Dan werden we weer naar huis gestuurd. Moesten we water halen, waarvoor we drie tot vier mijl moesten lopen (vijf à zes kilometer, red.) of werden we op pad gestuurd om hout te sprokkelen om op te koken.”
Een leven vol vragen
Als Lillian acht jaar oud is, wordt ze opgenomen in een project van Compassion. Ze wordt gekoppeld aan een sponsor in Australië, die haar trouw brieven schrijft. Die aandacht is fijn, maar de aardige woorden waarin de sponsor duidelijk maakt dat Lillian een geliefd kind is, kan ze niet rijmen met haar leven. Lillian worstelt als tiener met levensvragen. Ze raakt ervan overtuigd dat God niet van haar houdt. “Als Hij dat wel deed, waarom nam Hij dan mijn ouders weg? Waarom leefden we dan in armoede? Waarom stierven meerdere broertjes en zusjes?”
Op haar zestiende belandt Lillian in zo’n neerwaartse spiraal, dat ze speelt met de gedachte een einde aan haar leven te maken. “Maar ik wilde blij sterven, dus besloot ik nog één keer de brieven van mijn sponsor te lezen. Die raakten me zo, dat ik besloot voor me te laten bidden,” vertelt Lillian. “Toen ik bij de pastor aanklopte voor gebed, was er net een conferentie voor jongeren gaande. Daar ging het over hoe ons leven bestaat uit gebroken stukjes. Daar ging het over mij.”
Hulp bieden vanuit eigen ervaring
Die dag kenmerkt een nieuw begin in het leven van Lillian. Ze ontvangt counseling en leert vergeven. In de eerste plaats zichzelf, maar ook de mensen om haar heen. Ze gaat zelfs aan de slag als peer-counselor, waarin ze vanuit haar eigen ervaring anderen probeert te helpen. Die hulp is hard nodig in de zwaarte van het bestaan in Uganda. Lillian: “Het leven van de mensen hier wordt getekend door armoede. Als ze vandaag wat te eten hebben, dan zijn ze gelukkig. Maar als het regent, overstromen de huizen. Het is elke dag overleven.”
Zeker voor kinderen is het leven zwaar in de sloppenwijken waar Lillian veel komt. Kinderen worden de straat opgestuurd om te bedelen. Ze worden misbruikt, uitgebuit, verkracht. “Als ik om me heen kijk, dan zie ik extreme armoede,” zegt Lillian. “En toch kan ik zeggen dat God goed is. Hij neemt zijn goedheid niet weg. En zolang mensen in leven zijn, kunnen we hen hoop geven. Met een kilo suiker, maar met zoveel meer. Niet altijd met wat we hebben, maar juist met wat we zijn. Waarom zijn we hier? Om de liefde van God te laten zien. In een glimlach, in een high-five, een groet. Het doet veel als mensen zich gezien voelen. Wat hier nodig is, is liefde, hoop en het vertrouwen dat mensen het leven aan kunnen en Gods geliefde kind zijn, ook in de moeilijke omstandigheden waarin ze leven.”
‘Wat hier nodig is, is liefde, hoop en het vertrouwen dat mensen het leven aan kunnen en Gods geliefde kind zijn.’
Juist doordat Lillian de situatie van de kinderen zo goed kent, kan ze in haar werk als programmaspecialist bij Compassion Uganda als geen ander vertellen over het leven in extreme armoede. Ze neemt mensen mee in de omstandigheden waarin ze zelf is opgegroeid. Op de verschillende projecten door het hele land moedigt ze daarnaast de kinderen aan om over hun omstandigheden heen te kijken en te bouwen aan een betere toekomst. En daarin is ze niet de enige. Compassion werkt wereldwijd uitsluitend met lokale medewerkers. Zij begrijpen net als Lillian de complexe armoedeproblematiek, omdat ze er vaak zelf in zijn opgegroeid. Hierdoor kunnen ze de kinderen de juiste hulp bieden.
De change makers van de toekomst
Misschien bekruipt je toch nog het gevoel: maar ik steun Compassion al zo lang. Welk verschil maakt mijn hulp dan, als er nog steeds zoveel kinderen in extreme armoede opgroeien? Lillian veert op bij zo’n vraag. “Het lijkt er misschien op alsof je een glaasje water leeggooit in de oceaan,” zegt ze. “Als je één leven verandert, verander je niet de hele wereld, maar je verandert wel de wereld om één persoon heen. De omstandigheden veranderen niet direct, maar weet je wat deze kinderen krijgen? Hoop! Doordat ze naar school gaan, doordat er voor ze gezorgd wordt met voedsel, zeep, les in hygiëne en persoonlijke verzorging. De grootste verandering vindt echter plaats op mentaal vlak. Deze kinderen zijn de change makers van de toekomst. Ik dacht als kind dat ik waardeloos was. Mijn wereld veranderde door de hulp die ik van Compassion kreeg. Ik moedig nu bijvoorbeeld mijn neefje en nichtje aan om naar school te gaan. Er gebeurt wel degelijk iets, ook al is een verandering misschien aan de buitenkant niet direct zichtbaar.”
‘Als je één leven verandert, verander je niet de hele wereld, maar je verandert wel de wereld om één persoon heen.’