Zijn COVID-19 en de oorlog in Oekraïne de belangrijkste oorzaken van deze crisis, of speelt er meer?
“Ook voor COVID-19 was er sprake van aanhoudende droogte; we merken steeds meer de gevolgen van klimaatverandering. COVID-19 heeft de situatie alleen maar verslechterd en de oorlog heeft ook grote impact. De prijzen van brandstof en kunstmest zijn gestegen. Onze hele bevoorradingsketen, die sowieso al zwak is, wordt hierdoor nog kwetsbaarder. Door hoge transportkosten stijgt de prijs van voedsel in alle delen van het land. Alles bij elkaar maakt dat de situatie alleen maar meer is achteruitgegaan.”

Waarover maak je je het meest zorgen?
“De situatie van kinderen en jongeren. Voor de pandemie leefde 45 procent van de kinderen in Uganda tussen 5 en 17 jaar, zo’n 8 miljoen, in extreme armoede. Nu zijn dat er 10 miljoen. In januari mochten kinderen na 20 maanden schoolsluiting door lockdowns voor het eerst weer naar school. Een rapport van de Ugandese overheid schatte toen dat 30 procent van de naar schatting 15 miljoen leerlingen niet zouden terugkeren naar school. Dat zijn dus 4,5 miljoen kinderen die onderwijs mislopen. Door de voedselcrisis zal de schooluitval verder toenemen. Dit heeft grote gevolgen voor de lange termijn: een afnemende alfabetiseringsgraad, belemmering van groei en ontwikkeling, kindersterfte. Daarnaast nemen kinderarbeid, kindhuwelijken, jeugdcriminaliteit en uitbuiting en misbruik van kinderen toe.

We zijn dankbaar dat we in Uganda 150.000 kinderen in onze projecten kunnen helpen. Maar het is maar een klein aantal, afgezet tegen het totaal van 10 miljoen kinderen dat opgroeit in extreme armoede. Het is ontmoedigend, maar het drijft ons niet tot wanhoop. Met Gods hulp kijken we wat we kunnen doen zodat kinderen, jongeren en gezinnen in deze moeilijke omstandigheden kunnen overleven.”

Lenny Mugisha, directeur van Compassion Uganda,
Lenny Mugisha, directeur van Compassion Uganda.

Welke hulp is er voor kinderen en hun gezinnen?
“Tijdens COVID-19 hebben we stappen gezet om fondsen flexibel te kunnen benutten. In tijden van rampen en crises is het voor ons heel fijn dat we geld kunnen inzetten waar het op dat moment het meest nodig is. We snappen dat wie geld geeft, graag precies wil weten waar het terecht komt. Maar als geld zo specifiek ‘gelabeld’ is, is het voor ons veel moeilijker om heel gericht hulp te geven. Onze partnerkerken weten heel goed wat er nodig is en kunnen zo reageren op de directe nood en de honger aanpakken onder baby’s, kinderen, jongeren en verzorgers.

Sommige kerken hebben schoolmaaltijden betaald. Dat gebeurde bijvoorbeeld in Karamoja, een gebied in het noordoosten, waar droogte voor voedseltekorten zorgde. Onze partnerkerken bieden daar ook voedselhulp. De kerk kan niet ‘God houdt van je’ tegen iemand zeggen die honger heeft. Je moet mensen eerst voeden en daarna kun je pas praten over God. Denk aan het wonder van de twee broden en vijf vissen. Toen de menigte hongerig was, gaf Jezus hen ook te eten.”

Icoon van twee kinderen.

7 van de 10

basisschoolleerlingen in Uganda
gaan met honger naar school.

Icoon van een bord met een vork erop.

33 procent

van het Ugandese graan komt
uit Rusland en Oekraïne.

Kom je nog wel toe aan de lange termijn?
“We moeten nu reageren op de voedselcrisis, maar onze focus en ons hart liggen bij de lange termijn. We willen de vicieuze cirkel van armoede doorbreken en werken aan duurzame oplossingen. Daar ligt ook onze kracht.

Als je vandaag in Kampala bent, bedelen er kinderen op straat uit onder andere Karamoja. Om dit probleem aan te pakken, moet je naar het gebied toe waar de kinderen geboren zijn. Je moet de ketenen die hen gevangen houden, en waar sommigen van profiteren door hen naar Kampala te brengen, proberen te verbreken. Als deze kinderen naar school kunnen, hoeven ze niet langer te bedelen in de hoofdstad.

De oudsten van een dorp hebben het hier voor het zeggen, zij bepalen wie naar school gaan of wie trouwt. We willen de mindset van mensen veranderen en gemeenschappen helpen om stabiel te zijn op de lange termijn Daarom is het zo belangrijk dat we werken via de lokale kerk: zij kennen de oudsten en kunnen met hen in gesprek gaan. Voedsel geven is natuurlijk goed, maar de gemeenschap moet begrijpen dat het bijdraagt aan langetermijnoplossingen als meisjes naar school gaan. Zij kunnen bijvoorbeeld juf worden of dokter en zo ook bijdragen aan de gemeenschap.

Daarnaast is school voor kinderen veel meer dan een plek van onderwijs. Op school en op het Compassion-project kun je ontsnappen aan misbruik en groepsdruk. Het is een plek waar toezicht is, waar je een maaltijd krijgt, waar je kind kunt zijn, waar er wordt gewerkt aan het potentieel dat je is gegeven. School is een belangrijke game changer in de strijd tegen armoede.”


‘School is een belangrijke ‘game changer’ in de strijd tegen armoede.’


Je noemde ook klimaatverandering als belangrijke factor in deze voedselcrisis.
“Ja, de impact daarvan is groot. De seizoenen zijn een stuk minder voorspelbaar dan in het verleden. Toen was duidelijk wanneer je moest zaaien. Als je zaait op de verkeerde tijd, verrotten de zaden. Als periodes van droogte veel langer duren, is er ook geen oogst. De toekomst is daardoor onzeker.

Met de overheid en andere partners kijken we of we lokale gemeenschappen kunnen toerusten hoe ze water kunnen opvangen en gebruiken voor irrigatie op een later moment. Kunnen gemeenschappen meer gebruik maken van natte gronden en moerassen voor dat doel? Als we die gebieden kunnen cultiveren, geeft dat hoop. We moeten nu maatregelen nemen voor de lange termijn.”

Welke lessen uit de coronacrisis neem je mee in de huidige crisis?
“We kunnen meer bereiken door beter te luisteren naar de mensen die echt in de gemeenschap zelf werken: de kerkleiders, projectmedewerkers en vrijwilligers. Ik dacht dat ik dat al goed deed, maar ik heb ontdekt dat het nog beter kan. Zo worden de problemen die spelen duidelijk en krijgen we scherper zicht op wat nodig is. Er ligt veel eigenaarschap bij de kerken. Compassion zal er niet voor altijd zijn, maar de kerk blijft. Als wij de kerk goed ondersteunen, is onze hulp ook automatisch duurzamer. Jezus geeft ook daarin het goede voorbeeld: Hij luisterde meer naar mensen dan dat Hij voorschreef wat er moest gebeuren.”

Ook jij kunt helpen

Compassion ondersteunt wereldwijd meer dan 2,3 miljoen kinderen en hun gezinnen. Om hen tijdens deze crisis noodzakelijke (voedsel-)hulp te kunnen blijven bieden is jouw steun meer dan welkom! Je gift wordt gebruikt om acute hulp te bieden. Dat kan zijn in de vorm van voedselpakketten of door financiële steun. De lokale kerken waar Compassion mee samenwerkt zorgen ervoor dat de hulp daar terecht komt waar dit het meest nodig is.

Lees meer over de wereldwijde voedselcrisis en wat jij nog meer kunt doen.