Het stel heeft zelf vier zoons tussen de veertien en de twintig jaar. Johan (50): “Ons idee was: als we zelf een kind kregen, wilden we ook een kind in het buitenland steunen. Bij de oudste startten we bij Compassion, bij de tweede hebben we een kind ondersteund via World Vision.” Tjitske (51) lachend: “Bij de derde zoon hebben we via Dorcas een granny geadopteerd.”
Gezinshuis
De Spinders vangen zelf ook nog eens drie pleegkinderen op in hun gezinshuis ‘De Oester’ in Friesland. Johan: “Drie kinderen is voor ons gezinshuis het maximum qua ruimte in huis. Compassion biedt een geweldige mogelijkheid om toch iets extra’s te doen. Geloof speelt daarin voor ons een belangrijke rol. Het klinkt misschien wel wat plechtstatig, maar wij vinden dat we de opdracht hebben om goede rentmeesters te zijn. Alles wat wij hebben is gekregen en dat moeten we zo goed mogelijk inzetten. Dat is onze drive.”
Tjitske: “Ons hart en ons huis staan altijd open voor iedereen. Ons levensmotto komt uit Mattheus 25: ‘Alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook niet voor Mij gedaan.’
Het laatste kind dat wij sponsorden, Benes, is net uit het project gegaan omdat het veel beter ging met zijn gezin. Daardoor ontstond er weer ruimte voor nieuwe kinderen. We zijn blij dat we Martin uit Indonesië mogen gaan ondersteunen. Daarnaast gaan we ook Yakobo uit Tanzania en Ariany uit El Salvador sponsoren.”
Armoede
Tjitske deed zelf anderhalf jaar geleden vrijwilligerswerk in een kindertehuis in Kenia. “De armoede in die landen is toch echt anders dan in Nederland. Hier hebben we wel een sociaal vangnet en krijgen mensen een dak boven hun hoofd. Ze hebben recht op een uitkering, ook als ze niet kunnen werken. Dat heb je in Kenia niet. Als jij daar als alleenstaande moeder geen werk hebt, dan leven je kinderen op straat en is er geen geld voor eten of zorg.” Johan vult aan: “Het gaat daar veel meer om de basale levensbehoeften. Hier in Nederland wordt armoede meer in de opvoeding zichtbaar. Een van onze pleegkinderen bijvoorbeeld heeft een grote sociaal emotionele achterstand.”
Contact
Johan: “Wat we mooi vinden aan Compassion is dat de nadruk op het contact ligt. Martin is binnenkort jarig. Daarom hebben we gelijk een kaartje naar hem gestuurd met een foto erbij.” De eerste kaart is dus al gestuurd, maar verder weet de familie nog weinig over de jongen. Tjitske: “We weten dat hij bij zijn beide ouders woont, dat het gezin compleet is. Dat vind ik belangrijk. We gunnen hem een warme omgeving, zoals wij die ook aan onze (gezinshuis)kinderen bieden. Zo warm en zo ‘normaal’ mogelijk. Verder wensen wij alle kinderen waar we bij betrokken zijn toe, dat ze hun eigen talenten en mogelijkheden mogen ontwikkelen en zo een zelfstandig een bestaan kunnen opbouwen. En dat ze daarbij ook hun onmogelijkheden leren erkennen en binnen die grenzen leren leven.”
Verder blijven de noorderlingen benadrukken dat de sponsoring hen geen heiligen maakt. Johan: “We willen voorkomen dat het overkomt als ‘kijk eens hoe goed wij doen’.” Tjitske: “Helemaal niet, hou op. We hebben geen aureooltje boven ons hoofd. Ik mag gewoon een instrument zijn van God om zijn liefde uit te delen.” Johan: “Het kwam op ons pad en we dachten, dat gaan we gewoon doen. We zijn er voor elkaar, om elkaars hand en voet te zijn.”