In 2019, toen we nog nooit gehoord hadden van COVID-19, leden 690 miljoen mensen wereldwijd aan chronische honger. Twee miljard mensen, bijna een vierde van de wereldbevolking, had toen al geen toegang tot dagelijks, gezond en voedzaam eten. De pandemie doet daar een schepje bovenop. In het afgelopen half jaar stierven 10.000 kinderen per maand de hongerdood als indirect gevolg van het coronavirus.
Eten van de straat
Jonas (9) woont in de Dominicaanse Republiek: “Ik vertelde mijn moeder niet dat ik zoveel honger had. Het zou haar alleen maar verdrietig maken.” Voor de crisis hadden zijn ouders allebei werk. Ze verdienden niet veel, maar genoeg voor het gezin van vier. Zijn moeder Miguelina vertelt: “Door de pandemie verloor mijn man zijn werk in de bouw en ik als conciërge. Dertig dagen lang aten we van wat we vonden op straat.” Op Sri Lanka is de situatie voor veel mensen niet veel beter. Fausiya, moeder van Faumida (11): “Het leven is altijd al zwaar. Als mijn man genoeg verdient op een dag dan hebben wij eten en anders niet. Door COVID-19 was er geen werk en dus geen geld. Mijn kinderen hadden honger en ik kon hen niets geven. Zonder de hulp van de kerk hadden mijn dochters de afgelopen maanden niet kunnen overleven.”
Geen schoolmaaltijd meer
De meeste landen kwamen door COVID-19 in een lockdown terecht. Scholen sloten hun deuren. Veel dagloners verloren hun werk, verdienden geen geld meer om eten te kopen en hun kinderen liepen hun dagelijkse schoolmaaltijd mis. Een maaltijd waar 320 miljoen kinderen wereldwijd afhankelijk van zijn. Als de aanvoer van producten dan ook nog stagneert en de prijzen stijgen, is de ramp compleet. Moeder Kirian (22) brengt in haar eentje drie kinderen groot. Het gezin woont in El Salvador. Zij vertelt: “Door de lockdown verkoop ik minder fruit dan normaal en is mijn inkomen nog lager. Dat is een probleem. Helemaal omdat de voedselprijzen zijn gestegen. Eerst was er te weinig eten te koop, want iedereen ging hamsteren. Rijst was bijvoorbeeld uitverkocht. Als ik nu rijst wil kopen, betaal ik geen $0.50, maar $0.75 voor een pond. Dat is niet te doen voor mij!”
Grote gevolgen voor nu en later
Ondervoeding kan bij kinderen permanente fysieke en mentale schade veroorzaken. Groeiachterstand, extreme kwetsbaarheid voor ziekten en onderontwikkeling van de hersenen zijn het gevolg. De kans dat deze kinderen hun door God gegeven potentieel kunnen uitleven, neemt daarmee drastisch af. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die in de eerste twee jaar van hun leven ondervoed zijn lagere cognitieve testscores hebben, later naar school gaan, vaker doubleren en vaker een verminderde weerstand hebben. Hierdoor zijn ze vaker ziek met als gevolg ziekteverzuim. Naar schatting zal een derde van de kinderen in extreme armoede niet alleen achterblijven in lengte en gewicht, maar vooral ook in cognitieve vaardigheden. Dat betekent levenslange directe gevolgen: minder kans op een baan, minder inkomsten, meer schulden, een leven in armoede.
De lokale kerk
De afgelopen maanden hebben de lokale partner-kerken van Compassion meer dan 6 miljoen voedselpakketten uitgedeeld aan sponsorkinderen en hun gezinnen. Zij kregen medische hulp, er werden 3,9 miljoen hygiënekits uitgedeeld en duizenden gezinnen werden geholpen met het betalen van de huur. De hulp is dus niet alleen op sponsorkinderen gericht, maar ook op hun gezinnen.
Bronnen: UN, World Food Program