Een bedompte, donkere betonnen ruimte met ondefinieerbare vlekken op de wanden en de vloer met daarin een gat in de grond waar een stank uit komt die je direct de adem beneemt. Denk je eens in dat dat de verloskamer was waar Hope ter wereld kwam. ‘’Toen ik haar daar vond, schrok ik in eerste instantie heel erg,’’ begint Trust haar verhaal. Waarschijnlijk was de biologische moeder heel kort daarvoor bevallen, maar van haar was geen spoor meer te bekennen. Wat Trust zag, was een kindje dat in de smerigste omstandigheden ter wereld was gekomen en zonder hulp niet zou overleven.
‘Ik vond Hope als pasgeboren baby, gedumpt in het toilet.’
Een moedig besluit
Ze herpakte zich en nam bij de aanblik van het baby’tje heel resoluut een besluit. ‘’Ik zei tegen mezelf: Ik heb geen kinderen. God, waarom zou ik niet voor dit kindje kunnen zorgen? Ik besloot God te vertrouwen en Hope als mijn eigen dochter op te voeden. Ergens voelde ik de moed en de kracht om deze baby niet aan zijn lot over te laten. Ik bad: ‘God, U zult me helpen dit meisje groot te brengen’.’’
Hope krijgt een thuis bij Trust en haar familie. Trust is niet getrouwd, maar woont samen met haar moeder, broers en zussen onder één dak. Aanvankelijk groeit Hope daar relatief zorgeloos op. Trust heeft werk als kledingverkoopster en verdient genoeg om haar en Hope te onderhouden. Door corona verslechtert de economie in Uganda echter drastisch. ‘’Ik had geen klanten meer, omdat mensen zelf in slechtere financiële omstandigheden terechtkwamen,’’ zegt Trust.
Financiële zorgen
Ze voelt wat je als ouder niet wilt voelen: angst, omdat het onzeker wordt of je je nog wel eten kunt kopen voor je kind. Of er geld is voor kleren voor een peuter die in rap tempo groeit. Trust kwam nadat ze Hope vond al snel in contact met het Moeder- en babyprogramma van Compassion. Zeker in de situatie rondom corona bood dit project uitkomst voor Trust. En dat doet het nog steeds. Via het Moeder- en babyprogramma krijgt ze praktische hulp en financiële ondersteuning om in levensonderhoud te voorzien. Trust: ‘’Ik ben hier echt heel erg geholpen nu ik zelf financieel niet stabiel ben. Hope is wie ze is dankzij dit project.’’
Trust voedt Hope op alsof ze haar biologische dochter is. Ze koestert geen haat naar de biologische moeder van het meisje. Sterker nog: ze kan zelfs begrip opbrengen voor deze vrouw. Trust kan zich voorstellen dat de barre levensomstandigheden in Uganda haar tot het achterlaten van Hope hebben gedreven. ‘’Misschien was ze ontheemd en had ze helemaal geen geld om rond te komen, had ze geen man om voor haar te zorgen,’’ zegt Trust. ‘’Ik bid elke dag voor de biologische moeder. Dat God haar kracht geeft en liefde. Dat Hij wat verloren is gegaan in haar weer aanvult. Zo bid ik ook elke dag voor mijn dochter, dat Gods gunst haar omgeeft. Ik bid voor Zijn liefde en bescherming.’’
‘Ik bid elke dag voor mijn dochter en haar biologische moeder.’
*Vanwege privacy zijn de namen van Trust en Hope gefingeerd en staan zij niet op de foto’s.