Op het Compassion-project horen de kinderen dat hun sponsors een sponsorbijdrage geven, een brief kunnen schrijven en dat sponsors voor hen bidden. Afhankelijk van hun leeftijd realiseren zij zich dat ze misschien nooit iets aan hun sponsors terug kunnen geven, maar dat ze wel voor hun sponsor kunnen bidden. Van jongs af aan bidt jouw sponsorkind dus samen met de andere kinderen voor jou als sponsor. Naar mate hij of zij ouder wordt, is dat gebed heel logisch en natuurlijk. Gebeurt dat niet alleen op het project, maar ook thuis. Juist in moeilijke tijden wil je sponsorkind iets voor je betekenen door voor je te bidden.
Vijf kinderen van de Filipijnen delen wat ze bidden voor hun sponsor:
Richelle is een verlegen en zachtaardig meisje. Ze bidt regelmatig voor haar ‘tweede moeder uit Engeland’. Ze bidt dan: “God laat mijn sponsor alstublieft niks ergs overkomen. Wilt U zorgen dat ze geen ongeluk krijgt of ziek wordt. Geef haar blijdschap en een lach op haar gezicht.”
Mark wil matroos worden, zodat hij naar veel landen kan reizen en misschien zelfs op een dag zijn sponsor kan ontmoeten. Hij vertelt: “Als er iets is wat ik aan mijn sponsor wil geven, dan is het mijn tijd. Ik weet niet of ik hem ooit kan onmoeten. Als dat gebeurt, zal ik ervoor zorgen dat we veel tijd met elkaar kunnen doorbrengen. Nu zit er een grote afstand tussen ons en het enige wat ik kan doen is voor hem bidden.”
Alvin wil graag wetenschapper worden. Hij zegt: “Als ik ooit de kans krijg om mijn sponsor te helpen, zal ik haar al mijn liefde geven. Geld kan ik haar niet geven, maar geld is ook niet het belangrijkste in de wereld. Liefde is alles wat we nodig hebben. Ik bid voor de mensen die rijk zijn, maar ongelukkig. Ik ben dankbaar dat mijn sponsor mij niet alleen financieel ondersteund, maar ook van mij houdt. Ik zou het liefst mijn sponsor een dikke knuffel geven. Ik bid voor haar: ‘Dank U Jezus, dat ik een goede sponsor heb. Help haar en haar familie wanneer ze problemen in hun leven ervaren. Ik heb geleerd dat U ons geen problemen geeft die we niet aankunnen en er voor U niets onmogelijk is.”
Janferdric’s bijnaam is Ampy. Hij is gevat en kan heel snel praten. Hij zit vol met ideeën en hoopt op een dag dokter te worden. Hij bidt: “Wilt U voor mijn sponsor zorgen? Wilt U haar beschermen en voor haar zorgen tot het einde van de wereld? Ik houd van haar en ik wil ook graag voor haar zorgen. Dit kan niet omdat ze zo ver weg woont. Dus wilt U voor mij voor haar zorgen?”
Joy is één van de jeugdleiders van de lokale kerk. Ze zingt in de kerkband en leert de jonge kinderen om muziek te maken. Ze wil graag accountant en spreker worden. Ze vertelt: “We ontvangen zo veel van onze sponsoren, maar we kunnen ze ook iets teruggeven. Als ik de kans krijg, wil ik graag reizen en mijn sponsor bezoeken. Dan kan ik haar een dikke knuffel geven. Helaas is het bijna onmogelijk voor mij om zo ver te reizen. In mijn brieven, gebed en door goed mijn best te doen op school wil ik haar laten weten dat ik van haar houd.”
Doe meer voor je sponsorkind
Het is altijd bijzonder als iemand anders voor je bidt. Dat geldt ook voor jouw sponsorkind. In een brief kun je laten weten dat je aan je sponsorkind denkt en voor hem of haar bidt. Daarmee geef je aan: je bent belangrijk. In je brief kun je ook vragen om concrete gebedspunten. Zo versterk je de band met je sponsorkind en het gezin. Jouw gebeden en een liefdevolle brief brengen zo een beetje hoop in een moeilijke tijd.