Acaali’s moeder, Matilda, heeft weinig mogelijkheden om voor haar baby te zorgen. Als jonge moeder staat ze er helemaal alleen voor. Eten zoekt ze tussen het vuilnis, ze slaapt op straat en soms komt ze op gevaarlijke plekken. Haar zoon gaat overal mee naartoe.

De lokale kerk biedt hulp

Regelmatig is Matilda in de buurt van het huis van Jimmy, voorzitter van de lokale gemeenteraad in een kleine stad in het westen van Uganda, waar ze bedelt om eten. In de stad is ze geen onbekende, mensen kennen haar als ‘de gekke vrouw’. Omdat Jimmy ziet dat Matilda met haar baby op straat slaapt en dringend hulp nodig heeft voor haar mentale problemen, besluit hij om in actie te komen. Samen met de buren bouwt hij een kleine hut van modder en takken, pal naast zijn eigen huis. Hier kan het gezin veilig verblijven.

“Maar zelfs nadat we een hut voor haar hadden gebouwd, bleef ze op straat zwerven,’’ vertelt Jimmy. Hij ziet dat het niet goed gaat met de kleine Acaali. Matilda is weer verdwenen, dit keer zonder haar zoon. Jimmy besluit om hulp te zoeken bij de lokale kerk in de buurt. In een omgeving waar veel mensen in armoede leven, is de kerk meer dan het gebouw voor de zondagse samenkomst. Het is de plek waar je naartoe gaat als je hulp of advies nodig hebt. Medewerkers van de kerk zoeken de inmiddels vier jaar oude jongen op en besluiten om hem te registreren in het Compassion-project dat bij de kerk hoort. Ook nemen ze hem mee naar het ziekenhuis voor een gezondheidscheck. ‘’Hij was zwak, had overal uitslag en kon niet praten,’’ vertelt projectmedewerker Atenyi. Daarnaast test Acaali positief op hiv, het virus dat aids veroorzaakt. Hij heeft dringend medische zorg nodig. Om de juiste behandeling te kunnen krijgen, moet hij twee weken in het ziekenhuis blijven.

Acaali uit Uganda draagt twee jerrycans met water.

Een veilig thuis

Als Acaali uit het ziekenhuis komt, is Matilda nog niet teruggekeerd. Samen met de projectmedewerkers en de kerkleiders besluit Jimmy daarom dat het voor Acaali’s welzijn beter is om een pleeggezin te zoeken. Martha, een moeder uit de gemeenschap, biedt aan om hem in haar gezin op te nemen. Een aantal weken later wordt de voogdij, onder toezicht van de lokale politie, aan Martha overgedragen. Ook Matilda is hierbij aanwezig. ‘’Ik zag de aarzeling in haar ogen, zoals elke moeder zou hebben. Maar ze wist dat hij hulp nodig had en stemde in,’’ aldus projectmedewerker Atenyi.

Acaali komt bij Martha in een liefdevol gezin terecht. Ze vertelt: ‘’Toen ik hem voor het eerst zag, brak mijn hart, omdat hij zo dringend zorg nodig had.’’ Ze aarzelt dan ook geen moment bij haar beslissing, ondanks dat ze het zelf niet breed heeft. Ze maakte ruimte in haar kleine huisje, dat ze deelt met haar zes kinderen. Vanuit het project krijgt Martha ondersteuning bij de zorg voor Acaali. Ze begeleiden haar bij de ziekenhuisbezoeken en ondersteunen het gezin met gezonde voeding. Af en toe komt Matilda op bezoek om met haar zoon te spelen, waarna ze weer een tijdje verdwijnt. Tragisch genoeg overlijdt Matilda vijf maanden nadat haar zoon bij het pleeggezin is gaan wonen door een verkeersongeval.

‘Toen ik Acaali voor het eerst zag, brak mijn hart, omdat hij zo dringend zorg nodig had.’

Acaali uit Uganda loopt in een steegje met een zak brood in zijn hand.

Gezonde ontwikkeling

Inmiddels is Acaali acht jaar oud. In het pleeggezin heeft hij zich ontwikkeld: hij is niet langer ondervoed en heeft leren praten. Zijn broers en zussen zijn gek op hun jongste broertje. Martha heeft haar dagelijkse routine aangepast om hem de juiste zorg te kunnen bieden. De ziekenhuisafspraken houdt ze nauwkeurig bij en ze stopt eerder met werken, zodat het avondeten klaar is, wanneer Acaali uit school komt. ‘’Ik zie dat God voor ons zorgt, sinds Acaali onderdeel van ons leven is. Al mijn kinderen kunnen naar school en God heeft ze gezegend met de wijsheid om de lesstof te begrijpen.’’

Acaali gaat elke week met plezier naar het Compassion-project. Hij vindt het leuk om te voetballen met de andere kinderen en geniet van de verhalen uit de Bijbel. Projectdirecteur Moses is onder de indruk van de veranderingen die hij de afgelopen jaren in Acaali’s leven heeft gezien. ‘’Ik geloof dat hij een getuigenis is van de goedheid van God. Als ik hem zie, word ik herinnerd aan Hebreeën 13:5, waar God zegt dat Hij ons niet zal verlaten.’’

*Om de identiteit van Acaali te beschermen, zijn de namen in deze blog veranderd.


Bron: Prever Mukasa uit Uganda