Een van de vragen die gesteld werden was: “Wie is jouw rolmodel?” Een 15-jarig meisje antwoordde: “Mijn moeder. Ze gaat nog niet zo lang naar de kerk en ik zie nu al verschil. Ze drinkt niet meer en is niet meer agressief. Ze is een voorbeeld voor me geworden.” Een andere vraag was: “Waarom kom je naar het project?” Het antwoord: “Omdat de begeleiders hier echt om me geven en voor me zorgen. Als ik niet op kwam dagen, belden ze mijn moeder om te vragen waar ik was. Soms kwamen ze bij mij thuis om te kijken of alles goed ging. Ik vertrouw ze en ze zijn mijn raadgevers als ik vragen of problemen heb.”
Echt kennen
Er is vaak veel gebrokenheid in gezinnen waarmee de lokale kerk en Compassion werken. Iedere keer opnieuw raakt het me met hoeveel liefde en passie de medewerkers er zijn voor de kinderen. Elke week opnieuw. Kinderen en jongeren kunnen zich echt aan hen verbinden en op hen bouwen. Ze zijn de steunpilaar die nodig is op belangrijke momenten in het leven. Ze weten wat ze moeten doen als het bij jou thuis niet veilig is, omdat ze je echt kennen.
Onveilige sloppenwijken
Voor de tieners die wij ontmoetten, was voedselonzekerheid niet hun allergrootste probleem, hoewel de inflatie ook in de Dominicaanse Republiek er flink inhakt. Boodschappen zijn er even duur als in Nederland, terwijl de gemiddelde salarissen rond de 500 euro per maand liggen. Maar minstens zo ontwrichtend is opgroeien in een onveilige sloppenwijk waar bendes de macht hebben en het moeilijk is om uit het drugs- en prostitutiecircuit te blijven.
De sloppenwijk waar ik op zondagmiddag om 15.00 uur de vierkante rummikub-tafels buiten zag staan, met op de hoeken een uitgespaarde ruimte voor de bierglazen en de lege fles whisky al op de grond. Waar ik huizen zag zonder goed sanitair of een fatsoenlijke vloer en waar tijdens het orkaanseizoen het water regelmatig tot aan je oksels staat. Eén van de redenen waarom de jongeren graag naar het project kwamen was ook: schone toiletten. Zo basaal kan je behoefte zijn.
Tegen de stroom in
“Wat kan er beter?” Vroegen we aan de begeleiders. “Meer tijd met de kinderen. We zien ze nu twee keer per week, maar ik zou ze het liefst elke dag hier hebben,” zei een van hen. “Invloed op de ouders,” zei een ander. “Het lukt ons hier wel om ze in het gareel te houden en te zorgen dat ze geen domme dingen doen. Maar thuis en in de wijk is het vaak anders. We zwemmen tegen de stroom in.”
Ik voelde me bevoorrecht dat ik daar mocht zijn en luisteren. Elke keer vind ik een nieuw puzzelstukje van de puzzel die laat zien hoe complex armoede is en welke impact dit heeft op de kinderen. Ik vind ook altijd een puzzelstukje waarop hoop, herstel of heelheid staat. Want waar de kerk opstaat en in haar kracht gaat staan, daar schijnt het Licht. Altijd, overal doorheen.
Deze blog is geschreven door Nienke Westerbeek, directeur van Compassion Nederland.