Naast zijn werk als jongerenwerker voor een kerk focust hij zich op verschillende muzikale projecten als dirigent, waaronder de gospelnights. De liefde voor muziek werd Arnold met de paplepel ingegoten. ‘’Er is een foto dat ik als tweejarige bij mijn vader op schoot zit achter een drumstel. Ik heb verschillende dingen gedaan: drummen, piano spelen, trombone spelen en zingen. Op een gegeven moment ben ik ook gaan dirigeren. Eerst orkesten, daarna koren. Zingen is eigenlijk net als voetballen. Iedereen kan het. Dus wil je zingen? Ga dan zingen!’’ Nadat hij stopte met het dirigeren van vaste koren, besloot hij zich samen met zijn vrouw Vera te richten op projectkoren. ‘’Vera regelt alles achter de schermen. De administratie, het mailcontact, checken wie er aanwezig is. Zonder haar zou ik dit niet kunnen doen.’’

De magie van een koor

Als Arnold over zijn projectkoren vertelt, heeft hij het al snel over de magie van een koor. ‘’Op de eerste repetitie worden de namen op onze lijst ineens mensen. Er komen individuen binnen, maar zij vormen binnen mum van tijd een koor. Ik vind het ongelooflijk leuk om dat proces te begeleiden en mensen te enthousiasmeren.’’ Samen zingen is verbindend en overstijgt kerkmuren, ziet Arnold. ‘’Iedereen heeft een andere achtergrond, maar dat valt bij het zingen helemaal weg. We zijn vooral samen God aan het aanbidden met onze muziek. Dan gaat het verder dan de magie van een koor. Soms merk je tijdens de repetities dat je aan het zingen bent en dat je voelt dat er iets gebeurt. Ik geloof dat de Heilige Geest daar aanwezig is. Dan zijn we even stil of spreek ik een gebed uit. Het woord koor doet eigenlijk tekort, we zijn meer een gemeenschap voor een maand of drie.’’

Arnold Wienen met het gezin van Rajib in Bangladesh.
Arnold met Rajib en zijn familie.
Arnold Wienen met Rajib uit Bangladesh.
Arnold en Rajib.

Een ander toekomstperspectief

Begin 2024 bezocht Arnold Bangladesh met Compassion. ‘’Ik heb daar veel armoede gezien. Er is weinig werk en als mensen een baan hebben, dan werken ze voor een te laag loon. Dat is me echt bijgebleven. Stel je voor: je hebt geen inkomen en je weet dat de toekomst ook zo zal zijn. Hoe ziet je leven er dan uit? De mensen daar vestigen hun hoop op hun kinderen. Dat ze naar school kunnen gaan en later een baan zullen vinden. Als kinderen opgenomen kunnen worden in een project, dan verandert dat echt het toekomstperspectief. Lokale projectmedewerkers hebben zoveel passie en liefde voor de kinderen. Hoe mooi is het dat we hen kunnen helpen door hun werk hier bekend te maken?’’

Arnold ondersteunt samen met zijn gezin Rajib (6), die op het platteland van Bangladesh woont. Hij laat even zijn telefoonhoesje zien, waar hij het briefje bewaart met Rajibs naam in het Bengaals. Gekregen tijdens hun ontmoeting eerder dit jaar. ‘’In een van de brieven lazen we dat zijn vader kapper is. Maar we wisten niet dat hij in de hoofdstad werkt, honderden kilometers verderop. In het dorp waar zij wonen is geen werk te vinden. Eén keer per maand komt hij samen met zijn vrouw naar huis, met het geld dat ze hebben verdiend. Rajib kan gelukkig bij zijn opa en oma wonen. Maar toch: een kind heeft zijn ouders nodig. In mijn wereld klopt dat niet. Het raakt me. Ik hou van kinderen, ben zelf vader van twee zoons. Je wilt dat ieder kind op een goede manier opgroeit en tot bloei komt. Ik probeer me ook in te denken hoe het voor zijn ouders is. Om je kind maar twee dagen per maand te zien en daarna weer weg te moeten. Ik kan me er geen voorstelling van maken, maar weet wel dat ik het verschrikkelijk zou vinden.’’

‘Door middel van kindsponsoring ondersteunen we als gezin hier in Nederland een gezin daar.’


‘’Ik vind het mooi dat wij door middel van kindsponsoring via Compassion als gezin hier in Nederland een gezin daar kunnen ondersteunen. We weten dat Rajib naar school gaat en straks een vak kan leren. Hopelijk kunnen zijn ouders werk vinden dichter bij huis. Ik heb gesproken met een aantal jongeren die het project al hebben afgerond. Zij hebben een opleiding, kunnen werken en genereren inkomen. Daarnaast ondersteunen ze hun omgeving. Ze helpen complete gezinnen en soms zelfs complete dorpen verder. Daar word ik echt blij van. Voor ons kan het iets kleins zijn, maar in het leven van de kinderen daar kan het een enorme verandering teweegbrengen.’’